Actueel
Werkt cognitieve gedragstherapie bij maagverkleining?
Componence Asset List
21 februari 2023
Jaarlijks worden ruim 10.000 maagverkleiningsoperaties in Nederland uitgevoerd. Vóór de operatie kan niet goed voorspeld worden wie voldoende zal profiteren van de operatie en wie niet. Linda Paul en collega’s onderzochten daarom of psychologische behandeling vóór de operatie meerwaarde heeft en bijdraagt aan betere gewichtsresultaten na de operatie. Met haar proefschrift promoveerde Linda op 22 december 2022 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
In een uitzending van dr Kelder en co, het wekelijkse radioprogramma van Jort Kelder op Radio 1, schoof Linda Paul aan om meer te vertellen over haar onderzoek. Bekijk en beluister de uitzending.
Minder klachten op korte termijn
De helft van de onderzoeksgroep van in totaal 130 patiënten kreeg de normale voorbereiding in het ziekenhuis; de andere helft kreeg daarnaast vóór de operatie ook 10 weken lang individuele cognitieve gedragstherapie om inzicht te krijgen in welk gedragingen, gedachten en gevoelens een rol spelen bij het overgewicht. En om gezondere gewoontes te ontwikkelen op het gebied van eten en bewegen en beter te leren omgaan met negatieve gedachten en emoties.
Uit de resultaten bleek dat de groep die psychologische behandeling had gekregen in die periode significant minder klachten had op het gebied van emotioneel eten, extern eten en depressieve symptomen dan de groep die alleen de voorbereiding in het ziekenhuis had ontvangen. Bij de meting 1, 3 en 5 jaar na de operatie bleek echter dat er geen verschil meer was tussen de twee groepen wat betreft het gewicht na de operatie en mentaal welzijn. Dit betekent dat psychologische behandeling vóór de operatie wel een kortdurend effect heeft, maar geen betere resultaten geeft op de langere termijn.
Cliënten na operatie langer volgen, óók in de ggz
Uit het onderzoek bleek ook dat het juist op langere termijn slechter gaat met een deel van de mensen die een maagverkleiningsoperatie heeft ondergaan. Tussen de 3 en 5 jaar na de operatie komt een kwart meer dan 15% in gewicht aan en ontwikkelt ruim 40% (deels ernstige) depressieve klachten.
Vanuit hun onderzoek adviseren Paul en collega’s om cliiënten in de jaren na de operatie regelmatig te screenen op gewichtstoename, eetgedrag en mentale klachten, zodat tijdig psychologische behandeling geboden kan worden om verdere verslechtering te voorkomen.
Over Linda Paul
Linda werkt vanaf 2007 bij PsyQ. Eerst in Rotterdam op de afdeling Eetstoornissen, waar zij van 2008 tot en met 2012 manager zorg was. Bij de ontwikkeling van het behandelaanbod voor obesitas ontstond de samenwerking met de afdelingen bariatrische chirurgie van het Maasstad Ziekenhuis en het Franciscus Gasthuis. Van 2011 tot 2015 deed zij de opleiding tot klinisch psycholoog. Hieruit is het promotietraject naar de meerwaarde van CGT voorafgaande aan bariatrische chirurgie voortgekomen. Linda is als buitenpromovendus verbonden aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Sinds 2015 is zij als klinisch psycholoog werkzaam bij behandelprogramma Psychotrauma van PsyQ den Haag en is ze in de onderzoekscommissie betrokken bij onderzoek.