Actueel

Componence Asset List

05 augustus 2021

karin+slotema.png
Een borderline persoonlijkheidsstoornis (BPS) gaat gepaard met een hoge lijdensdruk, zowel voor degene die hier last van heeft als zijn of haar naasten. Toch worden mensen met deze stoornis niet altijd goed begrepen. Collega Karin Slotema, psychiater bij PsyQ, ruimt daarom de 3 belangrijkste misverstanden over een borderline persoonlijkheidsstoornis uit de weg. 
  1. Gedragsproblemen bij mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis zijn niet zozeer een uiting van de ziekte; die mensen moeten zich beter gaan gedragen.
    Klachten kunnen aanvoelen als aandachttrekkerij of manipulatie, terwijl dit niet het geval is. Mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis reageren met meer stress op gebeurtenissen en verliezen daarom sneller de controle. 

  2. Behandeling van een borderline persoonlijkheidsstoornis is niet mogelijk.
    Inmiddels zijn er verschillende effectieve psychotherapeutische behandelingen, zoals Dialectische Gedragstherapie (DGT) en schematherapie, beschikbaar voor mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis. Sterker nog, na een behandeling met psychotherapie voldeed tussen de 46 en 67 procent niet meer aan de criteria voor een borderline persoonlijkheidsstoornis. 

  3. Zelfbeschadiging en suïcidepogingen zijn een roep om aandacht.
    Mensen met een borderline persoonlijkheidsstoornis ervaren heftige emoties en verliezen sneller de controle waardoor ze eerder tot destructieve acties kunnen komen zoals zelfbeschadiging. Door zichzelf te beschadigen neemt de stress af en ervaren zij weer controle. Ook kunnen zij zich zodanig wanhopig voelen dat zij een poging doen om zichzelf van het leven te beroven. Psychotherapie voor een borderline persoonlijkheidsstoornis is er dan ook op gericht om op een gezonde manier emoties te reguleren.

Dit artikel is een samenvatting van een artikel uit het vakblad Medisch Contact en onderdeel van de oratie van Karin Slotema vanwege haar bijzondere leerstoel Persoonlijkheidsstoornissen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Mede auteurs zijn: dr. Kirsten Hauber, klinisch psycholoog, Youz en Ineke de Bruin, psychiater, Youz. Het uitgebreide artikel lees je hier (let op, alleen voor leden).