Medicatie bij een angststoornis

Medicijnen kunnen belangrijk zijn in de behandeling van angststoornissen. Ze zorgen ervoor dat je minder klachten hebt van bijvoorbeeld een paniekstoornis. Medicijnen tegen angst worden altijd door een arts voorgeschreven.

Gebruik medicijnen

Er zijn verschillende medicijnen voor een angststoornis. Samen met de arts kijk je welke medicatie het beste bij jou past. Ook bespreek je na een gebruik het effect en of er bijwerkingen zijn. Een medicijn tegen angst moet je voor een langere nemen om het beste resultaat te krijgen. Het is dus verstandig om niet plotseling te stoppen. Doe dit altijd in overleg met jouw behandelaar. Ook voor alle overige vragen over de medicatie geldt: bespreek het met de arts.

Soorten medicijnen

Vaak worden kalmeringstabletten of antidepressiva gebruikt bij angststoornissen. Onderzoek laat zien dat antidepressiva goed werken op de delen van de hersenen die angst veroorzaken. Deze medicijnen helpen om minder angstig en onrustig te zijn. Medicijnen worden meestal naast andere behandelingen gebruikt, maar soms is alleen medicatie genoeg. Je behandelaar vertelt je hier meer over.

Paniekstoornis met of zonder straatvrees (agorafobie)

Mensen met een paniekstoornis hebben vaak paniekaanvallen. Soms vermijden ze plekken uit angst voor een aanval (straatvrees). Als je geen straatvrees hebt, kun je beginnen met cognitieve gedragstherapie (CGT) om de paniekaanvallen te verminderen. 

Als je wel straatvrees hebt, of als je ook depressief bent, begin je de behandeling vaak met antidepressiva. Na een paar weken combineer je deze medicijnen met ‘exposure in vivo’, waarbij je stap voor stap de enge situaties aangaat.

Sociale fobie

Mensen met een sociale fobie zijn bang voor sociale situaties, omdat ze bang zijn om beoordeeld te worden of zichzelf belachelijk te maken. Als je alleen een sociale fobie hebt, kun je beginnen met cognitieve gedragstherapie (CGT). Als er ook sprake is van een depressie, begin je de behandeling met antidepressiva. Na een tijdje combineer je deze medicijnen met CGT als er nog klachten zijn.

Obsessieve-compulsieve stoornis (OCS)

Mensen met obsessieve-compulsieve stoornis (OCS) hebben dwanghandelingen en/of dwanggedachten. Het is dan nuttig om te beginnen met cognitieve gedragstherapie (CGT). Als je ook depressief bent, begin je vaak eerst met antidepressiva. Voor mensen met lichte of matige depressie en vooral dwanghandelingen, start de behandeling met CGT. 

Als je OCS hebt en antidepressiva gebruikt, en je wilt stoppen met de medicatie, bespreek dit dan goed in de therapie om terugval te voorkomen. 

Gegeneraliseerde angststoornis 

Mensen met een gegeneraliseerde angststoornis voelen zich altijd nerveus en gespannen en piekeren veel over dagelijkse dingen. Hier is geen voorkeur voor medicijnen of therapie; de keuze wordt samen gemaakt. Als je ook een ernstige depressie hebt, zijn medicijnen vaak de eerste keuze.

Hypochondrie

Mensen met hypochondrie denken dat onschuldige lichamelijke gewaarwordingen tekenen zijn van een ernstige ziekte. Psychologische behandeling heeft de voorkeur. Als je ook een ernstige depressie hebt, is de voorkeur om te starten met medicijnen.

Medicatie advies op maat

Gebruik je medicijnen voor angst- depressieve- of psychotische klachten, maar heb je veel bijwerkingen of het gevoel dat de dosis te hoog of te laag is? Dan kun je bij de poli Farmacogenetica van Parnassia Groep terecht. Hier geven we een medicatie-advies op maat op basis van DNA. Lees meer over de poli, hoe je hiervoor in aanmerking komt en hoe je je aanmeldt via onderstaande button.