Terugvalpreventie
Terugvalpreventie
Een bipolaire stemmingsstoornis gaat niet meer over, waardoor er altijd kans is op een terugval. Je kunt zelf veel doen om de kans op een terugval te verkleinen. Dit heet terugvalpreventie.
Periodieke controles
Als je stabiel bent, heb je ieder jaar een afspraak met een psychiater. Ook ga je drie tot vier keer per jaar naar de 'Lithiumpoli' voor controles door een verpleegkundig specialist. Tijdens deze afspraak wordt er goed gekeken naar je medicijnen en hoe een terugval zo goed mogelijk voorkomen kan worden. Minder terugvallen betekent namelijk een beter verloop van de ziekte. Hoe vaker je depressief of manisch bent, hoe ernstiger het beloop van de ziekte.
Wat kun je zelf doen?
Het is daarom belangrijk om een terugval vroeg te herkennen. Wat kun je verder doen om een terugval te voorkomen?
- Hoe sneller de behandeling wordt gestart of aangepast, hoe sneller je stemming weer stabiel is.
- Herken de eerste tekenen van een terugval. Dit is voor iedereen anders. Door dit te weten, kun je snel actie ondernemen. In het noodplan staan zowel deze vroege signalen als de beste maatregelen beschreven.
- Zorg ervoor dat je directe omgeving weet wat de vroege signalen van een terugval zijn. Zij kunnen soms veranderingen opmerken die jij niet ziet. Het is belangrijk dat zij weten wat ze dan moeten doen en wat ieders rol is. Zij kunnen bijvoorbeeld tegen je zeggen dat het niet goed gaat en eventueel aandringen op het zoeken van hulp. Ook dit staat in het noodplan.
- Het innemen van medicijnen is belangrijk voor de behandeling van een stemmingsstoornis. Stop niet zomaar met de medicatie, ook niet als je je beter voelt. Juist dit kan een nieuwe terugval uitlokken. Meer dan 50% van de mensen die stoppen, krijgt binnen 6 maanden een terugval. Medicatie trouw blijven innemen verkleint dit risico.
- Bespreek eventuele bijwerkingen van de medicatie, zodat ze aangepakt kunnen worden. Zo houd je de behandeling goed vol.
- Structuur in je dagelijks leven is belangrijk. Stress en chaos vergroten de kans op een terugval. De stemming blijft kwetsbaar en raakt sneller uit balans dan bij mensen zonder stemmingsstoornis. Zorg daarom voor een rustig ritme en vermijd overbelasting.
- Ritme is heel belangrijk, vooral het slaapritme. Een vast slaapritme en het aanhouden van een dag- en nachtritme helpt om je stemming in balans te houden. Als het nodig is, kan bij een ontregeld slaappatroon, tijdelijk medicatie voorgeschreven worden om het slapen weer te verbeteren en terugval te voorkomen.